De Vlaamse Regering streeft ernaar om Vlaanderen tegen 2040 asbestveilig te maken
Sinds 2022 is een asbestattest verplicht bij de verkoop van panden die vóór 2001 zijn gebouwd. Om zo'n attest te verkrijgen, moet eerst een asbestinventarisatie worden uitgevoerd door een gecertificeerde asbestdeskundige.
Maar moeten deze deskundigen verzekerd zijn? Hoelang kunnen zij aansprakelijk worden gesteld? Zijn er verborgen problemen? Deze blog werpt een nieuw licht op deze vragen.
Sinds 2022 is een asbestattest, uitgereikt door de OVAM (de Openbare Afvalstoffenmaatschappij) verplicht bij de aankoop van gebouwen. OVAM reikt zulke attesten slechts uit op basis van een asbestinventarisatie, opgesteld door een gecertificeerde asbestdeskundige (een professional die de vereiste opleidingen volgde, examens met succes behaalde en aan de vereiste wettelijke voorwaarden voldoet).
Verplichte verzekering
Asbestdeskundigen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor hun fouten. Daarom is een beroepsaansprakelijkheidsverzekering wettelijk verplicht voor gecertificeerde asbestdeskundigen. Dit is niet alleen een erkenningsvoorwaarde: sinds 2019 moeten alle intellectuele beroepen in de bouwsector over een beroepsaansprakelijkheidsverzekering beschikken.
Asbestdeskundigen moeten zelfs na het beëindigen van hun werkzaamheden verzekerd blijven. Specifiek moeten zij tot drie jaar na de stopzetting van hun activiteiten gedekt zijn door hun beroepsaansprakelijkheidsverzekering.
Wat dekt de verzekering?
De beroepsaansprakelijkheidsverzekering dekt alle vorderingen die tijdens de looptijd van de verzekeringsovereenkomst worden ingesteld en die betrekking hebben op schade die zich in de verzekerde periode heeft voorgedaan. Zelfs tot 36 maanden na het beëindigen van de verzekering kunnen schadegevallen onder deze verzekering vallen. Er zijn twee specifieke situaties waarin de verzekering dekking biedt, zelfs als de overeenkomst is beëindigd:
- schade die zich tijdens de looptijd van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering heeft voorgedaan indien het risico niet door een andere verzekeringsonderneming is gedekt;
- daden of feiten die aanleiding kunnen geven tot schade, die tijdens de duur van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering zijn voorgevallen en aan de verzekeringsonderneming zijn aangegeven.
Dergelijke verzekering dekt in principe ook enkel fouten (waaruit schade voortvloeit) die zijn begaan ten aanzien van derden (bijvoorbeeld: de koper van een gebouw).
Een eerste problematiek stelt zich inzake de aansprakelijkheid van de deskundige ten aanzien van zijn opdrachtgever (bijvoorbeeld: de verkoper die om het attest had gevraagd en waarbij de deskundige een verkeerde inschatting maakte). Deze relatie is immers contractueel van aard en de schade wordt door een beroepsaansprakelijkheidsverzekering meestal niet gedekt. Ook de verjaringstermijn is anders dan bij buitencontractuele aansprakelijkheid.
Bovendien dienen ook de contractuele uitsluitingen in de verzekeringspolissen goed worden gelezen: regelmatig ziet men een uitsluiting van dekking staan indien de deskundige een attest “asbestvrij” aflevert en er nadien toch asbest aanwezig blijkt te zijn geweest.
Verjaringstermijn
In principe verjaren alle rechtsvorderingen tot schadevergoeding wegens buitencontractuele aansprakelijkheid na vijf jaar.
Deze termijn begint te lopen vanaf de dag nadat de benadeelde op de hoogte is gesteld van de schade (of dat de schade is verergerd) en van wie verantwoordelijk is.
Hoe dan ook, deze vorderingen verjaren na twintig jaar. Bijvoorbeeld:
- Thomas krijgt vandaag kennis van een schadegeval dat gisteren plaatsvond: de vordering van Thomas verjaart pas binnen vijf jaar;
- Beatrice krijgt vandaag kennis van een schadegeval dat 13 jaar geleden plaatsvond: de vordering van Beatrice verjaart pas binnen vijf jaar;
- Maxime krijgt vandaag kennis van een schadegeval dat 21 jaar geleden plaatsvond: de vordering van Maxime is verjaard (want langer dan twintig jaar geleden).
Contractuele vorderingen verlopen in principe door het verloop van tien jaar.
Knelpunten en oplossingen
De diverse vormen van aansprakelijkheid die een asbestdeskundige kan oplopen, afhankelijk van zowel wie de vordering instelt (de medecontractant of een derde), wanneer die vordering wordt ingesteld (verjaringstermijnen) en welke fout of schade wordt geviseerd (intellectuele fout, materiële fout/beschadiging, enz.), maken dat de vraag naar een voldoende verzekeringsdekking voor al die situaties complexer is dan een eenvoudige verwijzing naar de deontologische code van de asbestdeskundigen die (onder artikel 4) eenvoudigweg bepaalt:
“Elk lid beschikt over een geldige verzekeringsovereenkomst inzake beroepsaansprakelijkheid. De verzekeringsovereenkomst biedt een voldoende dekking in functie van de aard van de opdrachten die het lid uitvoert.”
Een precieze redactie van de overeenkomst met de opdrachtgever, met de nodige aandacht voor toegelaten contractuele uitsluitingen of beperkingen van aansprakelijkheid, de samenloop van aansprakelijkheidsvormen (contractueel/buitencontractueel) en de gevolgen ervan, alsook het bewijs van fout en schade, zijn eens te meer van het grootste belang.
Het nieuwe Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, dat volgend jaar in werking treedt, biedt op dat vlak een aantal mogelijkheden die er voorheen niet waren, maar die dan wel uitdrukkelijk in de tekst van de opdrachtovereenkomst moeten worden opgenomen, aangezien ze meestal van aanvullend recht zijn.
Ook inzake verzekeringsdekking is er voldoende nazicht en begeleiding nodig, enerzijds om leemten (of dubbele dekkingen) in de dekkingsomvang te vermijden zoals hierboven aangegeven en te zorgen voor een goede rechtsbijstand.
Vanbelle Law Boutique staat voor u klaar voor een juiste oplossing op maat.