Stel je voor dat je terugkomt van een reis. Bij aankomst op de luchthaven van Zaventem word je gecontroleerd door de douane.
Je realiseert je dat je goederen niet hebt aangegeven die wel hadden moeten worden aangegeven. De Algemene Administratie van Douane en Accijnzen wil je een sanctie opleggen en stelt een schikking voor om het geschil te beëindigen. De problemen beginnen...
Is er beroep mogelijk tegen de beslissing van de administratie? Wat riskeer je als je de voorgestelde schikking weigert? Een eenvoudige administratieve boete die je kunt betwisten voor de burgerlijke rechter, of kom je terecht in een strafrechtelijke procedure?
Een hybride systeem van sancties en beroepsmogelijkheden
Het sanctie- en beroepsmechanisme voor overtredingen van de douanewetgeving is bijzonder vanwege het hybride systeem. Dit systeem biedt zowel de mogelijkheid van administratief beroep tegen beslissingen van de administratie als toegang tot een burgerlijke rechter, terwijl de administratie ook strafrechtelijke vervolging kan instellen voor alle overtredingen die onder haar bevoegdheid vallen.
Aangezien de Gewestelijk Directeur aan de knoppen staat met betrekking tot douaneovertredingen, heeft hij de soevereine bevoegdheid om te beslissen of vervolging wordt ingesteld. De administratie kan ook een schikking voorstellen in plaats van de zaak voor de rechter te brengen. In de praktijk wordt dit beoordelingsvermogen vaak pragmatisch toegepast, behalve bij ernstige of georganiseerde overtredingen.
Daarnaast heeft iedereen het recht om beslissingen van de douaneautoriteiten aan te vechten. Dit beroepsrecht, gegarandeerd door artikel 44 van het Douanewetboek van de Unie, en artikel 211 van de Algemene Wet op de Douane en Accijnzen, kan eerst administratief worden uitgeoefend en, indien nodig, voor een onafhankelijke rechter.
Situatie vóór de hervorming van 2024
Als de administratie een schikking voorstelde, was er geen beroep mogelijk. Tenminste, dat was het argument van de administratie, gebaseerd op artikel 213 van de wet, dat het recht om een schikkingsvoorstel aan te vechten uitsloot. Dit artikel schendt echter artikel 44 van het Douanewetboek, dat een onvoorwaardelijk recht op beroep garandeert.
Het gevolg: de administratie verwierp simpelweg het beroep en dagvaardde voor de correctionele rechtbank om haar vordering te verhalen. Met andere woorden, door een eenvoudige vergetelheid of onwetendheid om goederen aan te geven die de vrijstelling van invoerbelasting (430 euro) overschreden, raakte men verstrikt in een kwalijke strafrechtelijke procedure waarin:
- Men als schuldig werd beschouwd vanwege de omkering van de bewijslast die bij dit soort overtredingen wordt toegepast;
- Men zware sancties riskeerde (inbeslagname, boetes, bijkomende gevangenisstraf);
- Men het recht verloor op de administratieve beroepsfase.
Huidige situatie
Het was hoog tijd om het sanctiemechanisme op het gebied van douane en accijnzen te moderniseren, dat tot nu toe alle douaneovertredingen strafbaar stelde, ongeacht hun ernst of opzet. Die wijzigingen zijn intussen gerealiseerd.
Artikel 22 van de wet van 14 april 2024, in werking getreden op 13 mei 2024, heeft het systeem van administratieve sancties uitgebreid door de invoering van een nieuw artikel 266/3 in de wet.
Dit nieuwe artikel bepaalt dat een administratieve boete wordt opgelegd voor elke fout of overtreding van een verplichting in verband met de douanewetgeving, op voorwaarde dat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- Het strafbare feit is niet bewust en gewillig gepleegd
- De fout of niet-naleving leidt niet tot een douaneschuld, of als dat het geval is, bedraagt het bedrag niet meer dan 10.000 euro.
De hoogte van de boete varieert van 250 tot 5.000 euro, afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, op basis van een door de Koning vastgestelde schaal.
De boete kan worden opgeheven voor personen die kunnen aantonen dat ze hebben gehandeld zoals een normaal, voorzichtig en redelijk persoon zou hebben gedaan in dezelfde omstandigheden (wat doet denken aan de onoverwinnelijke fout die voor de strafrechter moet worden aangetoond om vrijstelling van strafrechtelijke aansprakelijkheid te verkrijgen).
Beroep tegen de boete kan alleen worden ingesteld bij de bevoegde fiscale rechtbank van de plaats waar de fout of overtreding heeft plaatsgevonden. Het beroep moet, op straffe van verval, binnen drie maanden worden ingesteld vanaf de derde werkdag na de datum van kennisgeving van de beslissing. Het instellen van het beroep schorst de uitvoeringsmaatregelen.
Tenslotte zal er gebruik worden gemaakt van het elektronische platform dat momenteel wordt ontwikkeld binnen de FOD Financiën om het beheer van administratieve boetes te vergemakkelijken (zie hierover ons laatste artikel "De digitalisering van de relatie tussen de fiscus en de belastingbetaler: op weg naar een nieuw tijdperk", beschikbaar op onze website).
Conclusie
Het scenario waarin een eenvoudige terugreis verandert in een nachtmerrie door een douaneaangifte die niet is gedaan en strafrechtelijke sancties met zich meebracht, behoort nu tot het verleden.
De hervorming van 2024 beperkt de discretionaire bevoegdheid van de administratie, die voorheen zonder onderscheid strafrechtelijke vervolging kon instellen voor alle overtredingen.
Voortaan worden kleine fouten of overtredingen zonder kwaad opzet op een proportionele manier behandeld via een administratieve procedure met toegang tot de fiscale rechter. Dit zorgt voor een rustiger debat, beschermd tegen strafrechtelijke sancties.
Bij Vanbelle Law Boutique staan wij klaar om u te begeleiden in uw douanegeschillen en u oplossingen op maat te bieden.
Walid JAAFARI
Junior associate